Uit onderzoek van het RIVM is gebleken dat ook Papendrechtse moestuinen besmet zijn met PFOA en GenX met ontoelaatbare concentraties. Een zeer zorgelijke situatie. Wij blijven ons inzetten voor een algeheel verbod van deze stoffen en zullen hierover nauw contact houden met onze landelijke vertegenwoordigers.
Uitkomsten moestuinonderzoek omgeving Chemours bekend
Het RIVM heeft tien moestuinen in de omgeving van Chemours onderzocht op PFOA en GenX. Uit de analyse van 74 monsters van blad-, knol- en vruchtgroenten concludeert het RIVM dat het in principe veilig is om gewassen te eten uit moestuinen in Dordrecht, Papendrecht en Sliedrecht. Toch adviseert het RIVM om binnen een kilometer rond de fabriek met mate uit eigen tuin te eten; niet te vaak of te veel. Reden hiervoor is dat omwonenden ook via lucht en drinkwater met GenX en PFOA in aanraking komen of zijn gekomen. In groenten en fruit uit de onderzochte moestuinen die verder dan een kilometer van de fabriek liggen, zijn de concentraties van GenX en PFOA zo laag dat de gewassen veilig kunnen worden gegeten, ook als mensen via lucht en drinkwater in aanraking komen of zijn gekomen met deze twee stoffen.
Vorig jaar zomer ontstond onduidelijkheid over de veiligheid van eten uit eigen tuin in de omgeving van Chemours. Om die onduidelijkheid weg te nemen heeft de gemeente Dordrecht namens de samenwerkende overheden het RIVM opdracht gegeven onderzoek uit te voeren in moestuinen rondom het bedrijf. Het RIVM heeft tien moestuinen rond Chemours onderzocht: in Dordrecht drie, in Papendrecht drie en in Sliedrecht vier. In alle onderzochte moestuinen zijn sporen van GenX en/of PFOA gevonden, maar die zijn meestal zo laag dat de hoeveelheden niet in meetbare hoeveelheden uit te drukken zijn. Op één locatie in Sliedrecht, minder dan 1 kilometer van de fabriek, zijn significant hogere concentraties GenX en PFOA aangetroffen dan op de andere negen locaties.
Berekening
Het RIVM heeft deze hoogste concentraties gebruikt om te berekenen of het veilig is om de gewassen uit moestuinen te eten. Daarbij is aangenomen dat mensen hun leven lang uitsluitend groenten uit hun eigen tuin eten. Onder deze worst-case omstandigheden overschreed de blootstelling van beide stoffen via voedsel de huidige gezondheidskundige grenswaarden niet. Doordat omwonenden ook via lucht en drinkwater zijn of worden blootgesteld aan GenX en/of (voorheen) PFOA kunnen de gezondheidskundige grenswaarden echter wel worden overschreden. Daarom adviseert het RIVM om binnen 1 kilometer van de fabriek het eten uit eigen tuin te matigen; niet te vaak, niet te veel.
Daarbuiten liggen de gemeten concentraties zo laag, dat de gewassen veilig kunnen worden gegeten, ook in combinatie met andere blootstellingsroutes.
Bodemonderzoek
Het RIVM doet aanvullend onderzoek naar grond en irrigatiewater uit de moestuinen. Dat kan inzicht geven hoe PFOA en GenX in de groenten terecht komen. Ook onderzoekt het RIVM hoeveel GenX en PFOA er in de bodem van de moestuinen zit. Het RIVM heeft onlangs aangekondigd dat de risicogrenswaarde voor PFOA in de bodem wat betreft wonen met moestuin fors aangescherpt zal worden. Het bodemonderzoek maakt straks duidelijk hoe de bodemkwaliteit van de moestuinen zich verhoudt tot die nieuwe grenswaarde.
Het moestuinonderzoek geeft vooralsnog geen aanleiding het gebruik van een moestuin helemaal af te raden, maar het bodemonderzoek geeft daarover straks meer zekerheid. Die uitkomsten worden in mei 2018 verwacht. Dan is ook de nieuwe grenswaarde bekend. Daarmee is nog voor het nieuwe oogstseizoen duidelijk of de grond waarop de gewassen worden geteeld geschikt is voor moestuingebruik.
Gemeenten geschrokken
Hoewel het niet onverwacht is dat de stoffen in de omgeving van de bedrijven worden aangetroffen, zijn de drie betrokken gemeenten toch geschrokken van deze uitkomsten en conclusies. Inwoners die, soms jarenlang, gezond en biologisch bezig zijn met het verbouwen van hun eigen groente, krijgen ongewenst mogelijk deze stoffen binnen. En nu geldt zelfs het advies om binnen 1 kilometer van het bedrijf de consumptie te matigen. Dat is een heel vervelende boodschap voor onze inwoners.
De gemeenten vinden dat de uitstoot aan banden gelegd moet worden. We vinden dat deze stoffen niet thuishoren in het milieu, niet in ons water, niet in ons voedsel. Het is aan de veroorzaker om dit op te lossen en de consequenties van hun handelen te dragen. De drie betrokken gemeenten hebben om die reden de bedrijven aansprakelijk gesteld.