Column
‘Daar waar het licht niet schijnt’ (woensdag 31 oktober 2018)
Laatst was ik in gesprek met een bestuurder over de veranderingen in gemeenteland. Meer specifiek over het jongerenwerk. We wisselden wat ervaringen uit om vervolgens uit te komen op een gezamenlijk standpunt. Het leuke van dit gesprek was dat deze directeur zelf ooit was begonnen als jongerenwerker. Een ervaringsdeskundige kan ik je vertellen. Hij is zich gaandeweg steeds meer gaan bezighouden met de leefomgeving van de jongeren. Als de leefomgeving sociaal sterk is, dan gaat de groei en ontwikkeling vaak vanzelf.
In al zijn rollen stelde hij steeds de behoefte van de jongeren centraal. De vraag bepaalt het aanbod en niet andersom. Het hoger doel is dat je hen met deze aandacht op jonge leeftijd leert mee te doen. En … jong geleerd, is oud gedaan.
Dat bovendien de gemeenten een financieel belang hebben dat mensen meedoen in de maatschappij, is glashelder. Sterker nog, voor de welvaart en het welzijn van mensen moet je tegenwoordig bij de gemeente zijn. Ook al zie je steeds meer dat veel gemeenten op private leed publieke pleisters plakken. Maar dat terzijde.
De directeur kwam destijds als jongerenwerker in buurten en steegjes, waar niemand durfde te komen. ‘Daar waar het licht niet schijnt’, noemde hij deze plekken. Jongeren die geen houvast hadden. Ouders die maar niet wisten hoe ze met de schulden en verminderende gezondheid van hun kinderen om moesten gaan. Het onderwijs dat dit keer op keer naar ze bevestigde. Kortom, jonge mensen die soms ziek werden van het eigen lot. Veel erger natuurlijk is dat ze niet beter werden en de directe omgeving onbedoeld besmetten en nog verder in isolement raakten.
Het was juist de aanwezigheid van deze jongerenwerker, die in stilte, het contact met de jongeren en de ouders vasthoudt. Soms was er dagelijks contact. Steeds gericht op het hanteerbaar maken van de problemen in plaats van het meteen willen oplossen. Sturen op resultaat is in het begin nog te ingewikkeld. Het niet verliezen van het contact en het winnen van (zelf)vertrouwen waren juist de kleine stapjes vooruit. Luisteren, begeleiden, geduld hebben en vooral vertrouwen geven. Daar in het donker er zijn.
De directeur ziet steeds meer dat jongerenwerkers zich zorgen maken over een goed gevulde etalage. ‘Alsof ze voor een evenementenbureau werken’. Ze zijn de vraag vergeten en houden zich teveel bezig met het aanbod. Het is juist die interesse in de vraag die je dwingt om te luisteren.
In Papendrecht ken ik nog geen buurten en straten, die mensen liever vermijden. En ik ben erg blij met de mooie initiatieven in de gemeente. Tijdens de herfstvakantie heb ik de aansprekende activiteiten voor de jongeren kunnen waarderen. En eerder heb ik kunnen genieten van de eerste Pellerpop. Wel ben ik er van overtuigd dat we meer moeten luisteren en vragen moeten stellen in plaats van meteen te willen antwoorden, te reageren.
Laten we het meedoen van de (jongere) mensen niet alleen zien als een gemeentelijk, financieel belang maar in de eerste plaats als een menselijk belang. Immers “men” heeft een natuurlijke behoefte om gehoord en gezien te worden als individu, als inwoner van ons mooie dorp Papendrecht.